Even in het algemeen.

Het lichaam van de dolfijn is perfect voor in het water. Mooi glad en niet te veel uitsteeksels. Geen flaporen, geen bungelende achterpoten en zelfs de piemel zit in een spleet verborgen. Doordat de dolfijn zo mooi gestroomlijnd is, kost het zwemmen hem weinig moeite.Door zijn vorm lijkt een dolfijn op een vis. Maar zijn skelet lijkt meer op dat van andere zoogdieren. Zijn borstvinnen zijn omgevormde voorpoten. Van zijn achterpoten vind je niets meer terug. Aan zijn staart zitten twee stevige zijflappen. Zonder botten erin, maar sterk genoeg om krachtig door het water te wapperen. De rug en de buik van de dolfijn bestaan uit één bonk spieren.








De huid.


De huid van dolfijnen is glad. Een dolfijn voelt ongeveer aan als een gepeld hardgekookt ei. Zo glijdt hij makkelijk door het water.Op de snuit van een tuimelaar zie je soms wat donkere puntjes. Dat zijn de resten van haren. Sommige rivierdolfijnen hebben zelfs een echt stoppelbaardje. Ook de grijze walvis heeft wat haren op zijn snuit. Zo kun je zien dat walvis-achtigen bij de zoogdieren horen. Maar om hun lichaam warm te houden, helpen die paar haren niet. Daarvoor hebben walvis-achtigen onder hun huid een laag vet. Een soort duikpak. Bij de tuimelaar is de speklaag ongeveer twee centimeter dik. Walvissen hebben een veel dikkere vetlaag. Sommige wel een halve meter! Die dieren houden het zelfs in ijskoud water goed uit.












Spuitgat.

Dolfijnen hebben een spuitgat dat is eigenlijk hun neus want daar halen ze adem mee. En als ze onder water gaan hebben ze een soort klepje waar ze hun spuitgat mee dicht doen.

De sonar.

Dolfijnen kunnen goed zien en horen. Achter hun ogen zitten hele kleine openingen, dat zijn hun oren. Als het water erg vies is, kunnen ze niet goed zien, en dan gebruiken ze hun sonar. Ook wel echolocatie genoemd. Vanuit luchtzakken in het hoofd onder het blaasgat worden klikjes uitgestuurd. Dat geluid botst dan weer ergens tegenaan, en word dan weer teruggekaatst, en opgevangen door de onderkaak. Door een dan wordt het weer doorgestuurd naar het middenoor, en dan zeggen de hersenen precies hoever ze ergens vanaf zijn, en zo zwemt hij dus nooit ergens tegenaan.

Het skelet van de tuimelaar.
Het lichaam van de tuimelaar.
Wil je terug naar voorpagina klik dan hier.
Het spuitgat van de tuimelaar.